Ovulatie-inductie

Als er geen spontane eisprong (ovulatie) is, of als er niet vaak genoeg een eisprong is (anovulatie), kan er een eisprong worden opgewekt. Een behandeling om de eisprong op te wekken, wordt ovulatie-inductie genoemd. De bedoeling is dat er dan één eicel uitrijpt. Gedurende de behandeling wordt met echoscopie gevolgd wat het effect is van de behandeling. Het verwachte moment van de eisprong kan met de echo's worden vastgesteld. Daarnaast wordt gecontroleerd of er niet teveel eiblaasjes uitgroeien, zodat er geen (grote) meerlingzwangerschap ontstaat.

Afhankelijk van de oorzaak van problemen met de eisprong, kan uit verschillende methoden worden gekozen. De meest gebruikte behandelingen bij ovulatie-inductie zijn:

• Afvallen bij overgewicht (bij een BMI hoger dan 25);
• Clomifeen;
• Hormooninjecties;
• Hormoonpompje.
  
  

Afvallen

Overgewicht kan een belangrijke rol spelen bij problemen met de eisprong. Bij overgewicht, vergroot afvallen de kans dat de eisprong vanzelf weer regelmatig komt en daarmee de kans op een spontane zwangerschap. Daarnaast vergroot afvallen de kans op een eisprong bij een behandeling met medicijnen. Dit is een eerste belangrijke stap om de kans op zwangerschap te vergroten. Via de polikliniek voortplantingsgeneeskunde is er de mogelijkheid om begeleiding bij afvallen te krijgen van onze fertiliteitsmedewerkers, dietisten en/of een beweegcoach.

Clomifeen

Clomifeen is een medicijn dat de eierstokken stimuleert tot rijping van eicellen. U slikt deze tabletten gedurende vijf dagen aan het begin van de menstruatiecyclus. De dosering kan variëren. Clomifeen is een weinig belastend en goedkoop middel, en leidt het minst vaak tot een meerlingzwangerschap. Daarom gaat de voorkeur vaak uit naar deze behandeling.

Hormooninjecties

Als clomifeen in de hoogste dosering niet leidt tot een eisprong, is meestal een behandeling met hormooninjecties (met het hormoon FSH) zinvol. Eerst wordt een echoscopie gemaakt van de beginsituatie. Daarna wordt dagelijks gespoten met het hormoon FSH. De patiënt leert zelf de injecties toe te dienen. Dit went meestal heel snel. Er wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde peninjectie, die gemakkelijk is in het gebruik. In het instructiefilmpje hieronder is te zien, hoe de injecties moeten worden toegediend. Met echo's wordt gecontroleerd welk effect de injecties hebben. Het is de bedoeling dat er één eiblaasje groeit. Als het eiblaasje groot genoeg is, wordt de eisprong opgewekt met een injectie met een ander hormoon, LH.