Lisexcisie
Gepubliceerd op: 04 maart 2022Een afwijking, die beschouwd wordt als een voorstadium van baarmoederhalskanker, wordt weggehaald tijdens een lisexcisie. Een lisexcisie is een behandeling die plaatsvindt tijdens een dagopname, op het Operatief Dagcentrum (ODC).
Verloop ingreep
De baarmoederhals wordt met een dunne naald plaatselijk verdoofd. Er wordt een sticker op het been geplakt, die stroom geleidt. Met een metalen lisje, waar stroom doorheen loopt, wordt afwijkend weefsel van de baarmoederhals verwijderd. De verhitte lis schilt als het ware het afwijkende stukje van de baarmoederhals weg. Tegelijkertijd worden bloedvaatjes door de hitte dichtgeschroeid. Het schroeien van het weefsel geeft vaak een branderige geur, de patiënt voelt er meestal niets van.
De ingreep duurt ongeveer 20 minuten.
Meestal wordt een tampon van bloedstelpend materiaal achtergelaten. Deze tampon lost vanzelf op.
Het verwijderde weefsel wordt voor onderzoek naar het laboratorium gestuurd.
Een lisexcisie beschadigt de baarmoederhals niet en de ingreep heeft geen gevolgen voor een eventuele latere zwangerschap.
Na de ingreep
Na de ingreep kan de patiënt weer naar huis, maar het wordt aangeraden niet zelf naar huis te rijden. Er kan gedurende één à twee weken nog wat bloedverlies zijn. Als dit hevig wordt of erg lang aanhoudt, is het verstandig contact op te nemen met de polikliniek Gynaecologie.
Controle
Na een lisexcisie blijft een patiënt nog twee jaar onder controle bij de gynaecoloog, om te controleren of de afwijking in de baarmoederhals niet terugkomt. Als alle uitstrijkjes na zes maanden, na één jaar en na twee jaar goed zijn, wordt de patiënt weer opgeroepen voor de reguliere controles via het bevolkingsonderzoek.
Laatst bijgewerkt op: 07 maart 2022